CARTOGRAFISCH
Als we vandaag toch luidop konden
overeenkomen tot een eigen lengtemaat
om onze afstand in kaart te brengen
kamp maken waar een dagreis het schopt
alleen begrensd door het voortdurende
zich verhouden tot een hele medesoort
hoe vallen wij dan andermaal op te meten?
In welke rulle grond en hoe gestaafd
zeg je: dit is voortaan de grootheid
waarin wij geijkt staan en van hieruit
moet wel een landtong huiswaarts lopen,
dwars over zoutpannen, knarsetandend
tussen de verzande dijen.
Een meeteenheid zo volslagen nieuw en gul
dat ons tasten de schaal ervan bepalen zal.
Bestaan de oude verhoudingen nog wel
los van het verband dat wij ze aanmaten?
Je maakt een begin wit en rekent daarmee verder.
(c) Frederik Bosmans